Brandwijk als kerndorp van de gemeente Graafstroom kent een karakteristieke, monumentale boerderij. Deze boerderij is gelegen aan de Brandwijksedijk en heet ’t Hoge huis.
Het is een boerderij uit de zeventiende eeuw met hooggelegen vloedkamers en een voordeur met een hoge stoep. In de afgelopen eeuwen werd de Alblasserwaard geteisterd door vele watersnoden. Bewoners van onder andere boerderijen waren gedwongen voorzorgsmaatregelen te nemen tegen het verwoestende geweld van het water. Dit gold ook voor de bewoners van ’t Hoge huis. Het is daarom gelegen op een zogenaamde woonheuvel. Tijdens de laatste watersnood van 1953 stond hij dan ook hoog en droog.
Tot ongeveer 1858 was deze boerderij eigendom van de adellijke familie Tets van Goudriaan, vrijheer der beide Goudrianen.
Arnold Willem Nicolaas van Tets van Goudriaan werd in mei 1828 Minister van Financiën. Vanaf dat moment woonde hij in Den Haag. Zijn enige dochter Arnoldina Wilhelmina Jakoba trouwde met jonkheer Ocker van Repelaer, heer van Molenaarsgraaf en eigenaar van de Ockershoeve aldaar.
Na 1858 werd ’t Hoge huis eigendom van verschillende families. Het is nu al drie generaties in het bezit van de familie Baan. Grootvader Rokus Baan was de eerste eigenaar. Zijn zoon Gijs Baan was de tweede eigenaar, terwijl op dit moment Cees en zijn vrouw Jopie Baan er trots op zijn hier te wonen. Zij willen dit monumentale pand voor hun nageslacht in stand houden.