Rond het begin van onze jaartelling werd het breien uitgevonden in het Midden-Oosten. Maar dat was nog een heel gepriegel, want om een mooi breiwerk te kunnen maken heb je een lange, doorlopende draad nodig. Die kwam er pas in de vroege Middeleeuwen toen het spinnewiel werd uitgevonden. Dat werd in de 15e eeuw voorzien van voetaandrijving, waardoor spinnen – en dus ook breien – door steeds meer mensen kon worden gedaan. Gebreide sokken, borstrokken, mutsen en truien werden gemeengoed. Vaak waren het de vrouwen die van wol, vlas of katoen garens sponnen, waarvan de mannen dan breiwerken maakten. Of van zijde, maar dat was alleen voor de zeer welgestelden. Die handwerkslieden werden alom gewaardeerd en breien werd gezien als een echt vak, waarvoor je minstens zes jaar moest studeren.
De laatste eeuw is dat helemaal veranderd, De welvaart steeg, machines namen het werk over, en met zelf spinnen en breien kon je geen boterham meer verdienen. Handwerkles wordt niet meer zoals vroeger gegeven op school. Maar voor sommigen is het een mooie hobby geworden, waar de laatste jaren steeds meer belangstelling voor is. Veel vrouwen, maar ook wel mannen, maken de mooiste dingen thuis. Met eenvoudige middelen, puur gebaseerd op vaardigheid, creativiteit en doorzettingsvermogen. De echte fanatiekelingen scheren zelf een schaap of alpaca, en gaan dan wassen, kaarden, spinnen, verven en breien. Met prachtige kunstwerken of gewoon goed bruikbare kledingstukken als resultaat.
Joke Blokland uit Noordeloos is er zo één. Zij was pas drie toen ze van haar moeder de eerste breinaalden en een draadje wol in handen kreeg, en sindsdien heeft zij haar vaardigheden steeds verder uitgebreid en geperfectioneerd. Niet alleen met breien, maar ook met spinnen, weven en borduren, en haar garens verft zij ook zelf. De laatste jaren steeds vaker met natuurlijke kleurstoffen, een ware zoektocht. Veel kennis daarover is verloren gegaan. Het blijkt knap moeilijk te zijn om stoffen zó te verven dat ze er prachtig uitzien, ook nog na tientallen wasbeurten. Maar daar slaagt Joke steeds beter in.
Vier jaar geleden werd Joke gevraagd om toe te treden tot de Crafts Council Nederland. Dit is een internationaal verband van vakmensen die oude ambachten en vaardigheden levend houden, en met elkaar kennis en vaardigheden uitwisselen. Door de contacten die zij daar opdeed zijn er zelfs door Joke gesponnen en geverfde garens verwerkt in borduursels op japonnen van prinsessen en filmsterren. En komen er regelmatig dames (en soms een heer) uit heel Nederland en Vlaanderen naar Noordeloos om verder geschoold te worden in het spinnen, verven en breien.
Van 23 september tot en met 10 februari worden er in Museum Het Voorhuis breiwerken van Joke Blokland ten toon gesteld. Mooi om naar te kijken en je door te laten inspireren, maar er is ook zelf wat te doen. Een overzicht:
- Woensdag 18 oktober van 13.00 tot 16.00 uur: workshop breien met kinderen van 6-12 jaar. Ieder kind brengt een begeleider mee en een pop of knuffel van max. 30 cm. Kosten: Euro 7,50 voor de materialen en iets te drinken. De kinderen maken dan een trui voor hun knuffel.
- Woensdag 15 november: gewassen wol verven met kinderen, van 14.30 tot 16.30 uur. Kosten: Euro 7,50 voor de materialen en iets te drinken. Meebrengen: oude kleding en een begeleider per kind.
- Zaterdag 27 januari: hulp bij brei problemen. Joke houdt spreekuur voor ieder die haar advies wil vragen.
- Zaterdag 10 februari 2018, de laatste dag van de expositie, wordt een modeshow gehouden.