Van 18 september 2021 tot en met 30 januari 2022 staat Museum Het Voorhuis in het teken van kraamgebruiken en geboorte. Uitgangspunt punt voor de tentoonstelling is de collectie uit het depot van het museum. Jarenlang zijn babykleertjes en allerlei gebruiksvoorwerpen zoals speldenkussens, verzorgingsmiddelen en luiermanden uit de jaren twintig en zestig van de vorige eeuw bewaard. Bij sommige voorwerpen is de tand des tijds te zien, maar anderen zijn nog zo goed als nieuw.
Een en ander wordt aangevuld met een deel uit het kraammuseum van Francien van Helden uit Dussen zodat een compleet beeld te zien is van wat er allemaal rondom de geboorte van een baby gebruikt werd door de baker (later de kraamverzorgster), de moeder en het kindje.
Veel is er in de loop der jaren veranderd op het gebied van de hygiëne en verzorging van moeder en kind. Tot eind achttiende eeuw werden kindjes volledig ingebakerd met linnen doeken en zwachtels. Na de achttiende eeuw ontdekte men dat inbakeren de groei van het kindje belemmerde en werd het niet meer gebruikt. Ongeveer twintig jaar geleden is het inbakeren herontdekt voor kindjes die onrustig zijn en slecht slapen. Rituelen en gebruiken zijn veranderd of hebben plaatst gemaakt voor nieuwe.
De doop is een belangrijk ritueel. Bij de protestanten vindt dit meestal binnen drie maanden plaatst. Het kindje is gekleed in een witte doopjurk, als symbool van onschuld.
De tentoonstelling In de wieg gelegd laat een fraaie collectie doopjurken en enkele oude doopmutsjes zien.