Het landschap van de Alblasserwaard bleef in beweging, dijkdoorbraken die zich voordeden moesten in de kaart worden verwerkt. Ook onder de heemraden kwamen mutaties voor. Allemaal redenen om een nieuwe kaart te laten maken. Van de kaart van 1681 verschenen meerdere bijgewerkte herdrukken. Deze herdrukken dragen de namen van Abel de Vries respectievelijk Mattheüs de Vries.
Abel de Vries bracht in 1726 een verkleinde kaart uit, gedrukt door Joannes van Braam te Dordrecht. Van de grote kaart zijn herdrukken bekend van 1716 – 1741 – 1767 en van de kleine van 1738 – 1740 – 1744 – 1745. De grote kaart van 1767 werd uitgegeven door Abraham Blussé eveneens te Dordrecht.
In 1977 werd door het Hoogheemraadschap Groot-Alblasserwaard herdacht, dat het 700 jaar geleden was dat Floris V regels voor de gemeenschappelijke dijkzorg had bekendgemaakt. Om de kosten van die herdenking te dekken werd de bijzonder decoratieve kaart van 1767 opnieuw uitgegeven. Dat had echter nogal wat voeten in de aarde, want de techniek van toen bleek problematisch voor nu.
Vooral het met de hand op linnen bevestigen van de kaartdelen gaf zoveel problemen dat het atelier van de Zusters Benedictinessen in Oosterhout erbij ingeschakeld moest worden. De koperen platen van deze kaart waren nog beschikbaar, zodat nieuwe afdrukken gemakkelijk te maken waren. In 1954 waren er al 25 kaarten van gemaakt en in 1971 omvatte de herdruk 84 exemplaren met wapenrand en 55 zonder die wapenrand. De herdrukken zijn niet van de oorspronkelijke te onderscheiden omdat dezelfde platen zijn gebruikt. Alleen onderzoek naar het papier kan aantonen met welke druk men te maken heeft.
Kaart van de Overwaard
Het bestuur van het waterschap van de Overwaard bestond uit dijkgraaf en zeven waterheemraden. De functie van voorzitter was erfelijk en in handen van de heren van Giessenburg. Dit hoge en eerbiedwaardige gezelschap wilde in navolging van de Alblasserwaard een grote kaart laten drukken van het gebied van het waterschap, eveneens met de wapens van de bestuurders eromheen. Het besluit daartoe werd genomen in een vergadering van het College van de Overwaard van 5 december 1701. Mattheüs van Nispen zorgde voor de tekening die hij ongetwijfeld zal hebben gemaakt met de gegevens van de kaart van de Alblasserwaard. Hij ontving hiervoor 10 gulden. Voor het maken van de koperen platen werd meester Jan van Vianen, een vermaert plaetsnijder te Haarlem, in de arm genomen. Zijn offerte luidde: een nette caerte te snijden met tien waepens en verder cieraden voor 600 gulden (: in 2008 5.588 euro). Heel wat duurder dus dan twintig jaar eerder de kaart voor de hele Alblasserwaard. De kaart, die pas in 1706 in druk verscheen, omvat niet alleen de Overwaard, maar ook de Nederwaard. Het gebied van de Nederwaard is echter slechts summier weergegeven.
De tekenaar heeft (misschien wel om te suggereren dat het een geheel nieuwe tekening was) de kaart 180 graden gedraaid, waardoor het zuiden aan de bovenkant van de kaart ligt en de Merwede dus boven en de Lek aan de onderkant zijn getekend. Dat zijn we niet gewend, en daardoor is hij wat lastig te lezen. Er staan 63 windwatermolens en 7 korenmolens op en 10 wapens van watergraaf en heemraden. Dat alles verlucht met allegorische voorstellingen van landbouw, visserij, biezenteelt en een soort tekenbord, een driehoek en een Jacobsstaf (voor hoogte- en lengtemeting door de landmeter). De koperplaten zijn in het oudarchief van de Overwaard bewaard gebleven. In 1713 werd besloten de fouten in de kaart te repareren en in 110-voud te herdrukken. Daarvan moesten er 24 tevens ingelijst worden. In 1738 waren de bestuurders waarvan het wapen op de tekening voorkwam voor het grootste deel niet meer in functie, reden genoeg dus om nieuwe kaarten te laten drukken en de wijzigingen aan te brengen . In 1776 bracht de fa Blussé & zn een herdruk uit, met nieuwe wapens.
Ook Mattheüs de Vries junior zette de familietraditie voort en werd landmeter van de Overwaard. Na zijn vroege dood werd hij als zodanig opgevolgd door zijn (waarschijnlijke) broer Jan, die reeds landmeter van de Alblasserwaard was.
Kaart van de Nederwaard
Evenals bij de Overwaard bestond het college van de Nederwaard uit de watergraaf en zeven waterheemraden. Er was echter een groot verschil tussen beide besturen. Werd het college van de Overwaard gevormd door heren van hoge geboorte onder voorzitterschap van de Vrijheer van Giessenburg, het bestuur van de Nederwaard bestond uit vertegenwoordigers van de polderbesturen, grondeigenaren dus. Deze heemraden stonden daardoor veel dichterbij de ingelanden dan de heren van de Overwaard. Ze pronkten niet met hun wapens en lieten zich niet vereeuwigen op een schilderij, en ze hoefden ook niet zo nodig een afzonderlijke kaart van hun gebied. Die is er dan ook niet gekomen!
In de vergaderzaal van de Nederwaard was de wand versierd met de historische kaarten van de Alblasserwaard en van de Overwaard. Pas in 1989 kreeg A. Wieringa de opdracht om een kaart van de Nederwaard te maken. Om niet teveel uit de toon te vallen bij de andere kaarten, zijn niet de wapens van de heemraden maar die van de betreffende gemeenten eromheen gegroepeerd.
Kaart van de Vijfheerenlanden
In een bijeenkomst van 27 mei 1739 in Leerdam besloot het college van de Vijfheerenlanden een kaart te laten drukken van dat gebied. Weliswaar stond het op de kaart van de Alblasserwaard, maar de leden wilden een eigen kaart waarop dan ook hun wapens konden worden geplaatst. Gedacht werd aan een oplage van 75 exemplaren en 14 ingelijste kaarten voor de zittende bestuursleden en een voor de penningmeester van het Land van Arkel. Deze kaart verscheen in 1741 bij Reinier en Josua Ottens, kaartverkopers te Amsterdam.
Geraadpleegde bronnen:
– Busch, A.J. e.a. Vergaard-Bewaard-Beheerd, 1995
– Harmsen, Th.W. De beknopte lant-meet-kunst, 1978
– Ooms, S. De Generale Caerte van den Alblasserwaert. In By Clockgeluy, 2004
– Schakel, M.W. Streekgenoten I
Dit artikel is reeds eerder verschenen in verenigingsblad ‘De Binnenwaard’ maart 2010.